De term 'voedselbos' roept algauw het beeld op van een natuurlijk, dichtbegroeid bos, dit is echter niet het geval: in het voedselbos worden weliswaar de groei-omstandigheden van jong natuurlijk bos nagebootst, maar de kruinlaag (ongeacht hoe hoog deze is) wordt zodanig ontworpen dat deze op de meeste plaatsen voldoende licht doorlaat voor wat eronder groeit.
In een goed ontworpen voedselbos kunnen de natuurlijke processen zich optimaal ontvouwen. De noodzaak tot bodemomkering, wieden of plaagbeheersing is dan minimaal. Er wordt een gezond en veerkrachtig systeem gevormd, waarin het bodemleven zich herstelt en de bodemvruchtbaarheid in stand wordt gehouden. Het is voedend en weldadig als een natuurlijke leefruimte voor mensen, vogels, insecten en andere dieren en bovendien een genot voor alle zintuigen.
De gewassen worden gekozen op grond van de functies waarin ze voorzien, o.m. de functie van voedselvoorziening voor mens, dier en bodem, als windkering, maar ook als bron van hakhout, vlechtmateriaal, verfstoffen, etc. Anders dan bij de gangbare eenjarige voedselteelt groeien er voor het merendeel doorlevende gewassen.